Tijdens het maken van drie interviews over overtomen, stuitte ik ook op de gereconstrueerde stadskraan van Vlaardingen. Deze is te bezoeken in combinatie met het Museum Vlaardingen, wat ik dan ook heb gedaan. Via de molenbouwer die de laatste reconstructie van deze stadskraan heeft uitgevoerd, kwam ik in contact met Siem van der Marel. Hij was direct bereid om een interview te geven over de reconstructie van deze stadskraan.
Het interview is gehouden met Siem van der Marel, penningmeester van de Vereniging Vrienden van Museum Vlaardingen en toentertijd betrokken bij de reconstructie.
1. Wat doe je in je dagelijks werk? Wil je daar iets over vertellen?
Ik ben geboren en getogen in Vlaardingen. Intussen 13 jaar gepensioneerd. Bijna 40 jaar in de IT werkzaam geweest en heb ook in die tijd veel vrijwilligerswerk gedaan. O.a. in besturen van sport, scholen en culturele instellingen zoals een museum en een molen.
2. Kun je kort samenvatten wat de geschiedenis is van de Vlaardingse stadskraan?
Zie bijgaand boekje blz. 3 t/m 5.
3. Kun je iets vertellen over de aanleiding voor de reconstructie van de historische stadskraan van Vlaardingen?
Zie bijgaand boekje blz. 6.
4. Wat was het doel van de reconstructie van de historische stadskraan te Vlaardingen?
De vorige editie (de eerste reconstructie uit 1994) werd door houtrot te gevaarlijk om te handhaven en moest worden gesloopt.
5. Wat is je betrokkenheid geweest bij dit project? En welke andere partijen zijn bij de laatste reconstructie betrokken geweest?
Het besluit voor de sloop was toen ik interim directeur van het museum was (2013) en ik heb de onderdelen laten opslaan. Omdat van directie, personeel en RvT niemand zich van de opgeslagen onderdelen bewust was, bleef het bij praten dat daar nog iets mee gedaan zou moeten worden. Tijdens een vergadering van de trekvaarten tafel van de provincie Zuid-Holland ontdekte ik dat er voor restauraties en behoorlijk budget beschikbaar was en ben daar in 2018 op ingesprongen. In 2019 had ik de financiële dekking rond en konden we eind dat jaar beginnen. Voor de uitvoering heb ik een bestuur bij elkaar gezocht alsmede een bouwcommissie.
6. Wat was er bij de eerste reconstructie van 1994 voor onderzoek nodig om een goede reconstructie te realiseren van zo’n historische havenkraan? Is bijvoorbeeld bekend hoe de stadskraan in Vlaardingen eruit gezien heeft?
In het archief van de toenmalige stichting Museumkade waren o.a. stukken met tekeningen en een bestek aanwezig.
7. Zijn er toentertijd in de jaren ’90 van de vorige eeuw elders in Europa nog bestaande historische kranen bezocht, en zo ja, welke en wat kunnen we daar van leren?
Nee, we hebben gezien dat er alleen één in Utrecht bij een technische school in aanbouw was. Van Seumeren zat o.a. in dat bestuur. We hebben wel contact gehad en tips gekregen m.b.t. de keuring etc.
8. Hoe functioneerde deze middeleeuwse stadskraan van Vlaardingen, en wat is specifiek voor deze stadskraan?
Handmatig aandrijven met de takelraderen (diameter ca. 4 meter) met meerdere mensen tegelijk, afhankelijk van de zwaarte van de last. Het specifieke zit in de beperkte draai van haaks op de kade naar de kade (ca. 60 graden). De hijslijn is een Sisal hijslijn.
9. Wat werd er met de stadskraan gehesen, en tot wat voor gewicht?
In- en uitzetten van masten en overslag van goederen naar en van het achterland. Vandaar de verbinding naar de trekvaarten. Het huidige hijsgewicht is goedgekeurd op 3.000 kg.
10. Is bekend hoeveel mankracht nodig was om een bepaald gewicht omhoog te hijsen? Hoeveel man stond er aan de takelraderen?
Al snel 2 man per takelrad.
11. Waar spreek je over bij een middeleeuwse stadskraan? Gaat het om een installatie of om een werktuig? Kun je dat toelichten?
De eerste kraan werd gebouwd in 1625 en we kunnen dus niet van de middeleeuwen spreken. Het gaat hier om een echt werktuig dat door de gemeente werd gebouwd en geëxploiteerd.
12. Wanneer je de brochure over de stadskraan leest, dan blijken bij de tweede reconstructie een aantal zaken anders te zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld een stalen giek in plaats van een houten giek. Kunt u iets vertellen over de keuze van toegepast materiaal en constructie en de dilemma’s die daarbij hebben gespeeld om tot een afgewogen beslissing te komen.
De kraan van 1994 moest zo authentiek mogelijk zijn. Dus is er gezocht naar geschikte eiken bomen. Bilinga werd als beter optie voor de duurzaamheid wel voorgesteld maar afgewezen. Er is toen veel geld ingezameld waar niet lang van genoten is. Daarom was het uitgangspunt bij de tweede reconstructie dat het uiterlijk een identieke kraan moest zijn, maar dan wel zo duurzaam mogelijk. De echte restaurateurs accepteerden dat niet zo makkelijk maar ik denk dat er geen keus is, omdat de geldschieters een duurzame oplossing willen.
13. Welke houtsoorten zijn met de laatste reconstructie toegepast?
Bilinga voor de bekleding van de delen van de hoofdconstructie (staander, kraanbalk en staart-balk) en grenen met een dak van western redceder voor de kap. De kap uit de eerste reconstructie van 1994 kon in grote mate worden hergebruikt.
14. De giek, waar het touw overheen loopt, is afgedekt. Wat is de functie hiervan?
Voor het droog houden van de hijslijn en de windas. De ruimte is net voldoende om van binnen uit naar de nok van de kraanbalk te kruipen.
15. Wat voor soort touw is er gebruikt bij de laatste reconstructie en hoe dik?
Een touw van Sisal in een dikte van 32 mm.
16. Zijn er nog meer zaken die je wilt vertellen over deze bijzondere reconstructie van de Vlaardingse stadskraan?
Ik denk dat het bijgaande boekje met de foto’s volledig inzicht geeft over het project, niet alleen t.a.v. constructie maar ook het educatieve deel. Deze editie van het boekje heeft een extra aantal pagina’s met foto’s om een complet beeld te krijgen. Het boekje is hier in te zien.